Transfrance

(version française ci-dessous)

Zaterdag, de krasdag

Het is 6u30 als we het rond punt van Bertem opdraaiden om richting Lille te rijden, we moeten immers om 8u op het hoofdkwartier zijn van N.R.O. voor de 1ste briefing van de Transfrance, waarvoor er 10 wagens en 8 quads klaarstaan. En er staat een lange roadbook op het programma van meer dan 400 waypoints. Het regende gelukkig niet meer in Frankrijk, en al van bij de start proberen we een goed tempo te onderhouden. We volgen diverse wegjes met de typische kasseien van Noord-Frankrijk, die bij de renners zo gevreesd worden. De smalle doorgangen met meidoornen hagen vrezen wij, en bij een van die doorgangen verliezen wij de hoed van onze snorkel (cycloon-filter), die we, uiteraard, weer gaan zoeken en monteren. Het landschap is gevarieerd, de vruchtbare landbouwgronden wisselen af met verspreide bossen, en geen horizon ontsnapt aan wiekende windturbines, die bijwijlen de fotograaf uitnodigen om een kwisje te organiseren: hoeveel windturbines staan er op de bewuste foto netjes op 1 rij ?
We overnachten in de camping van Orvillers-Sorel (Noyon), en trekken straks verder zuidwaarts.

Zondag, de hobbeldag

Na de lange openingsrit van gisteren wordt er vandaag nog een langere rit voorzien. Naast vele verharde (kiezel) en redelijk berijdbare veldwegen kregen we ettelijke hobbelkilometers voor de wielen geschoven, voor co-piloot geen confortabele omstandigheden om roadbook te lezen. Als pilote dan nog halstarrig weigert omleidingsvoorstellen van co-piloot (en gps-en) op te volgen, en we daardoor 2 u verliezen in een stad vol verkeerswijzigingen als Mantes wordt deze hobbeldag ook een baaldag. We komen immers ook nog maar net voor sluitingstijd (22u) in de camping toe in Chartres.

Maandag, grès rose dag

Vandaag wordt een nieuwigheid ingevoerd, de tracking-roadbook. Naast een afdruk van de digitale stafkaart krijg je ook een tracking-parcours ingeladen in je gps zodat de piloot slechts het blauwe lijntje moet volgen. Luxe zou je denken, maar deze techniek heeft ook nadelen, zonder achtergrond-basis van het wegennet, zie je geen zijwegen of splitsingen en merk je pas dat je van het juiste spoor afwijkt als je van het blauwe lijntje af-rijdt. Bovendien heb je een moderne gps nodig, en die hebben wij niet, gelukkig kunnen we (graag) nog kaart lezen, en helpt onze route-gps ons bij het (vlot) vinden van de juiste weg of pad. Het landschap van vandaag wordt overvloedig bedeeld met graanvelden, en mooie boerderijen in grès rose. De camping ligt in waterrijk gebied in Preuilly aan de oever van de Cher, en dat zullen we aan de lijve ondervinden, tijdens het avonddiner worden we overvloedig voorzien van muggenbeten, die ons dagen daarna najeukend zullen vervelen.

Dinsdag, moederkloek Bluedisco

Na het verkwikkend onweer van deze ochtend rijst er een probleem voor de 4 quad's en 1 motor-rijder: in natte omstandigheden kunnen die geen digitale versie van het (tracking) roadbook lezen op hun stuur, ze verloren er gisteren al veel tijd mee. En wie is dan (1ste) kandidaat om als moederkloek te dienen om deze sukkels op sleeptouw te nemen, juist: Bluedisco. Dank zij de vrijgevige vriendelijkheid van onze nederlandse collega's Hendrik en Monique hebben we vandaag ook digitale tracking, zij lenen ons hun reserve-gps uit. Met 2 gps-en en 1 digitale kaart voor onze neus, en met 4 quad's en 1 motorrijder aan onze rekker sjeezen we door het franse landschap, en komen met de eersten toe. We overnachten op de camping van Neris-les-Bains (Montluçon), waar een (nieuw) onweer het avondmaal stoort. De begeleiding van onze aanhangers levert ons echter een bonus op: zij nodigen ons uit om samen met hen aan een grote BBQ-tafel aan te schuiven. En in dit (overwegend) vrachtwagen-gezelschap is gezelligheid en plezier verzekerd, we bevestigen dan ook graag onze "ouvreur"-functie voor de rest van de trip.

Woensdag, nog meer nattigheid

En de weergoden laten ons nu helemaal in de steek, al van bij de start begint het te regenen. Dat maakt het voor onze volgers ellendig, hun waterdichte pakken laten langs vouwen en ritsen water door, bovendien daalt de temperatuur gevoelig. Tijdens de middagpauze spreken af met de volg- en assitentiecamionette, zodat de natte kleren kunnen vervangen worden door droge. We doorkruisen het centraal massief, een streek die we ook al tijdens onze Millevache–trip bezochten, helaas zowel de vergezichten als die duizend koeien blijven verscholen in het mistige regengordijn. Ook het mondaine kuuroord La Bourboule gunnen we geen blik, we gidsen onze verkleumde en natte volgers liever veilig tot in Riom es Montagnes, waar er voor hen een gîtes gereserveerd is om tenminste s'nachts een verdiende en droge nachtrust te genieten. Zelfs onze daktent is niet helemaal waterdicht na zo een lange natte rit, de randen van de matras blijken vochtig (en koud), niet aangenaam voor deze reuma-oudjes.

Donderdag, op en neer

De reliefverschillen in de Aveyron zijn opvallend, diep ingesneden valleien creëren steile hellingen en sterke afdalingen, en de regen van de voorbije dagen zorgt voor pittige doorwadingen, 4x4 plezier gewaarborgd. Niet voor iedereen, want bij een linke afdaling doet een rotsblok het stuur van onze dubbel-quad omslaan, waardoor deze kantelt en beide berijders tegen de grond gaan, aan het voertuig is geen noemenswaardige schade, de piloot zal er wel een pijnlijk gekneusde rib aan over houden, maar weerhoudt deze moedigen niet om verder te rijden. De streek is bezaaid met middeleeuwse kastelen, of overblijfselen, die als arendsnesten tegen de rotsen hangen, een restant van de beruchte Katharen-gemeenschap. Zo'n vesting bezoeken we in Conques, waar de temperaturen ons de nabijheid van de middelandse zee laten voelen. De camping van vandaag in Naucelles heeft een zwembad, maar na zo'n druk dagprogramma komen we daarvoor te laat.

Vrijdag, in Katharenland

De Katharen, die hier in de 12de en de 13de eeuw de scepter (en het zwaard) zwaaiden hadden hun verblijfsplaatsen goed gekozen, de bosrijke, grotrijke, en reliefrijke streek rond Albi was een uitstekende plaats om weerstand te bieden aan de pauselijke overheersingsdrang. In de diepe bossen worden we verrast door grillige rotspartijen, verborgen watervallen, opschrikkend wild, en zeldzame planten en bloemen. Op de vrije hellingen komen we weer wijngaarden tegen, die van Gaillac bvb, niet duur en fruitig lekker, inladen maar. De camping in Lastours, is hoog gelegen en biedt een prachtig maar merkwaardig zicht: aan de ene kant het gelijknamig middeleeuws kasteel, en aan de andere kant een hectaren groot “veld” van zonnepanelen (PV cellen). Het avonddiner is in middeleeuwse stijl: schaapsbrochetten met franse frit (allebei dik en vet).

Zaterdag, naar de Middellandse Zee

Na een deugddoend bezoek aan een Corbieres-wijnbouwer (le Baronne), die biologische klassewijnen produceert, komen we nu echt in een zuiders landschap met reuze oleander-struiken, in volle bloei, en plateau’s waar buxus, thijm en andere zuiders planten elkaars geurenpallet proberen te verdringen. De stenige bodem maakt van sommige bergwegels echte trail-parcoursen en Bluedisco wordt nogmaals op de proef gesteld. Bij een van de lage doorgangen laat een droge tak zelfs een paar scheuren na in onze daktent, gelukkig bestaat er Duc-tape. In Perpignan zoeken we camping "Le Catalan" op, onze eindbestemming, weer met zwembad, en wij weer te laat (en ook te fris) om een duik te nemen. En iedereen is moe, maar voldaan, en blij om behouden deze Transfrance uitgereden te hebben.

Met 2300 km op de teller, gedurende 8 dagen gereden, over een traject dat langs hoofdwegen 1100 km lang is hebben wij Frankrijk’s centrale as leren kennen zoals we het nog niet (ver)kenden. Het mag jullie dan ook niet verwonderen dat wij daar nog enkele dagen “bleven hangen” in Penne, in het hartje van Katharenland, om uit te rusten, en te genieten, en te supporteren voor Jeanine op het plaatselijk tennistornooi.


_____________________________________
(traduction par Jan Van Geel)

La Transfrance Nord-Sud 2011
La France, par les petits chemins

Descendre de Lille à Perpignan en 8 jours par de petits chemins non-asphaltés: ainsi peut-on brièvement résumer La Transfrance Nord-Sud. Du 9 au 16 juillet, Marie-Jo Verboomen et Jos Meersmans ont participé à cette randonnée classique organisée par Nord Raid Organisation.

Samedi: l'enfer du Nord
A 6h30 du matin, nous montons sur l'autoroute en direction de Lille, le point de départ de la Transfrance Nord-Sud. Nous sommes en effet attendus à 8h au quartier général de Nord Raid Organisation pour le premier briefing. Le premier jour nous réserve une longue étape avec plus de 400 points ou 'waypoints' préétablis. Heureusement, il ne pleut plus en France et nous tentons de maintenir un bon rythme. Nous cahotons sur les petites routes pavées typiques du Nord de la France et tant redoutées par les coureurs cyclistes. Nous craignons surtout les passages étroits avec des haies d'aubépine parce que celles-ci peuvent endommager la voiture et la tente de toit. Le paysage est diversifié et les champs agricoles fertiles alternent aves des bois étendus tandis qu'à l'horizon se dressent des éoliennes. Pour la nuit, un emplacement a été réservé avec repas du soir au camping d'Orvillers-Sorel, un petit village dans les environs de Noyon.

Dimanche: chercher le tracé
Nous entamons cette journée ensoleillée par la visite du moulin à vent encore en service de Levesville. Outre des petites routes en gravier dur et des chemins à travers champs relativement carrossables, les roues doivent se mettre sous la dent plusieurs kilomètres de bosses. Pour le copilote, il existe des conditions plus confortables pour lire un roadbook. Dans un labyrinthe de déviations, nous perdons beaucoup de temps à Mantes avant de retrouver le bon tracé du roadbook pour rallier la plus petite mairie de France, celle de Faverolles. Nous pénétrons au camping de Chartres à 22h, juste avant l'heure de fermeture.

Lundi: grès rose
Cette journée est marquée par l'introduction d'une nouveauté le roadbook tracking. Outre l'impression d'une carte d'état-major digitale, on charge un parcours de tracking dans le gps, de telle sorte que le pilote ne puisse que suivre la ligne bleue. C'est plus difficile qu'il n'y paraît car vous n'avez pas de carte en arrière-plan montrant les routes. Vous ne voyez en effet ni les routes latérales ni les croisements, et ce n'est que lorsque vous vous écartez de la ligne bleue que vous savez que vous avez quitté la route déterminée. Heureusement, nous disposons de bonnes cartes et de notre gps de route pour nous venir en aide. Le paysage s'apparente à un grand champ de blé avec de jolies fermes en grès rose. Au camping de Preuilly, sur la rive du Cher, nous bénéficions d'un repas du soir dans une guinguette<> typique: cuisine savoureuse, boissons et danse sur un plancher en bois dans un espace couvert.

Mardi: Bluedisco mère poule
Après l'orage matinal tonifiant, les quatre quads et la moto ont un problème: par ce temps humide, leurs conducteurs ne peuvent pas lire le roadbook tracking. Nous nous portons candidats pour tirer ces malchanceux. Telle une mère poule, nous traînons ainsi ces quatre 'poussins' dans le besoin derrière notre Discovery II à travers le paysage français. Nous passons la nuit au camping de Neris-les-Bains, non loin de Montluçon, où un orage vient perturber le repas du soir. C'est pourquoi nos 'suiveurs' nous invitent à prendre place à leur grande table de barbecue sous une grande toile. Cette compagnie est agréable et fait plaisir, c'est pourquoi nous acceptons de les tirer le reste du voyage.

Mercredi: encore plus de pluie
Aujourd'hui, les dieux de la météo nous ont totalement abandonnés. Il commence à pleuvoir dès le départ, ce qui pose surtout un problème pour nos suiveurs. L'eau s'infiltre par les coutures et tirettes de leurs combinaisons de pluie et, en outre, la température chute sensiblement. Pendant la pause de midi, nous demandons au véhicule d'assistance de transporter notamment les habits et bagages secs des motards. Nous traversons le Massif Central, que nous avions déjà visité lors du Tour de Millevaches. Hélas, tant les panoramas que les milliers de vaches sont cachés par un rideau de pluie et de brouillard.
Nous n'accordons pas même un regard à la ville thermale mondaine de La Bourboule car nous préférons guider nos suiveurs engourdis et trempés en sécurité à Riom-ès-Montagnes où des gîtes ont été réservés pour eux afin qu'ils soient au moins au sec la nuit.

Jeudi: par monts et par vaux
Les différences de relief dans l'Aveyron sont marquantes. Les vallées fortement encaissées créent des côtes abruptes et des descentes vertigineuses tandis que la pluie des derniers jours entraîne des passages à gué épiques. Beaucoup de plaisir de 4x4 donc, et, grâce aux aptitudes tout-terrain de nos véhicules, nous découvrons en outre des endroits qui restent inaccessibles pour le commun des touristes. Un quad se renverse lors d'un dévers à gauche. Heureusement, le pilote s'en sort uniquement avec une côte froissée douloureuse. La région est parsemée de châteaux médiévaux et de ruines collées aux rochers comme des nids d'aigle. Nous visitons un de ces sites à Conques. Pour la première fois, nous sentons grâce aux températures que la Méditerranée se rapproche, mais il fait tout de même encore un peu frais pour piquer une tête dans la piscine du camping de Naucelles.

Vendredi: en pays cathare
Aux 12ème et 13ème siècles, les Cathares régnaient ici sur la région boisée et riche en grottes environnant Albi. Cette région était extrêmement appropriée pour résister à la domination du Saint-Siège. Au fond des bois, nous sommes surpris par des rochers capricieux, des chutes d'eau cachées, la faune sauvage effrayée et quelques rares plantes et fleurs. Sur les coteaux dégagés, nous rencontrons de nouveau des vignobles. A Gaillac, quelques réserves de vin fruité disparaissent dans le coffre du Bluedisco. Situé en altitude, le camping de Lastours offre un panorama magnifique mais curieux avec d'un côté le château éponyme datant du Moyen-âge et de l'autre des hectares de panneaux solaires. Le dîner est, lui, de style médiéval: brochettes de mouton et frites françaises, toutes deux grasses et épaisses.

Samedi: vers la Méditerranée
Dans la région de Corbières, nous visitons tout d'abord le Château La Baronne, où sont produits tant des vins bio que des vins de classe. Nous poursuivons ensuite notre route à travers un paysage vraiment méridional avec des buissons de lauriers roses géants et des plateaux où buis, thym et autres plantes tentent de submerger leurs fragrances réciproques. Le sol pierreux transforme certains sentiers de montagne en véritables pistes de trial et le Bluedisco est en permanence mis à l'épreuve. A Perpignan, il nous faut quelque peu chercher la destination finale, à savoir le camping Le Catalan, où nous
attendent un dîner de clôture et un trophée. Nous sommes contents d'avoir effectué la Transfrance Nord Sud sans le moindre problème et de nous être fait de nombreux nouveaux amis. La traversée du pays cathare nous a tellement plu que nous décidons de rester encore quelques jours à Penne sur le retour pour nous y reposer et profiter de l'endroit. Nous l'avons bien mérité après 2.300 kilomètres de toute beauté, mais parfois aussi épuisants.


A vol d'oiseau
La Transfrance Nord-Sud 2011
Organisation: Nord Raid Organisation
Destination: France
Période: du 9 au 16 juillet 2011
Départ / arrivée (raid): Lille / Perpignan
Nombre de véhicules: 9 voitures, 1 véhicule d'assistance, 1 moto, 4 quads, 1 ATV (Polaris)
Nombre de participants: 31
Frais de participation: 890 euros par véhicule pour 2 personnes; incluant toutes les nuitées en camping, 3 repas, le roadbook, l'assistance technique et divers extras tels que trophée et autocollants.
Nuitées: camping
Assistance technique: oui
Assistance médicale: non
Infos: Jean-Claude Billau, tél: 0033 3 20 59 87 43 / 0033 6 11 02 38 32, e-mail: contact@nro-aventure.com
Site Internet: www.nro-aventure.com